Spring naar inhoud

Veerkracht in de keten: Mitchel van den Adel over een weerbare supplychain

Een grote voorraad aanleggen of juist flexibel zijn? In tijden van crises zijn weerbaar- en wendbaarheid belangrijk. Een speciaal ontwikkelde scan door een consortium, waar onze Supplychain Manager Mitchel van den Adel en evofenedex deel van uitmaken, geeft bedrijven inzicht in hun weerbaarheid. De eerste resultaten van de scan zijn inmiddels geanalyseerd.

Bedrijven en organisaties voelen steeds vaker de noodzaak om veerkrachtig te worden, maar handelen daar nog niet altijd naar. Het ontbreekt ze vaak aan capaciteit en kennis om daadwerkelijk stappen te zetten. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een scan, die bedrijven test op hun veerkrachtigheid. De scan is ontwikkeld door een consortium van evofenedex, Hogeschool Windesheim, Involvation en Rijksuniversiteit Groningen. De diverse onderzoeken worden uitgevoerd vanwege het Next Gen Resilience-project en gefinancierd door TKI Dinalog. Het hele project is driejaar geleden gestart en in twee fasen opgedeeld. De scan komt voort uit de eerste fase van het project en is ruim honderd keer gebruikt. De scan zoomt in op vijf competenties die met veerkracht te maken hebben. De eerste is redundantie, het aanleggen van buffers om verstoringen in de keten te dempen. De tweede is het vermogen om goed samen te werken met ketenpartners. Flexibiliteit is het derde punt waarop wordt doorgevraagd, waarbij het gaat om het vermogen om bijvoorbeeld andere leveranciers of werknemers in te zetten. Transparantie van data in de keten en wendbaarheid van de organisatie zijn het vierde punt. Tot slot is snelheid, agility, de laatste competentie. De scores zijn geen rapportcijfers, maar bieden zicht op ontwikkelmogelijkheden.

Meting

Mitchell van den Adel, supplychainmanager bij Royal Koopmans en gepromoveerd op het onderwerp resilience, is een van de participanten uit het consortium. Volgens hem zijn de scans interessant voor bedrijven. "Zo kunnen ze zien hoe ze ervoor staan als het gaat om weerbaarheid Met die resultaten kunnen wij bedrijven helpen om te kijken waar ze staan en wat ze zouden kunnen doen om hun resilience te verbeteren. Interessant is dan om na een jaar of twee jaar hierop terug te komen en opnieuw de scan te doen om zo te kijken of er wat veranderd is." Uit de analyse van de eerste ruim honderd scans blijkt dat de verschillen per bedrijf en per sector groot zijn bij de eigenschap flexibiliteit. Van den Adel: "Die eerste uitkomsten laten zien dat vooral kleine bedrijven meer bouwen op flexibiliteit en de grote minder en dat relatief gezien ten opzichte van elkaar. Als ik kijk naar het bedrijf waar ik werk, Koopmans, dan zijn wij zo'n klein bedrijf met minder dan 250 werknemers. Onze kracht is Logisticx | juni 2024 ook echt flexibiliteit. Dat zit deels in de investeringen die je moet doen in de andere eigenschappen voor weerbaarheid zoals redundantie. Een buffervoorraad aanleggen of zoeken naar meerdere leveranciers, dat is voor een groter bedrijf makkelijker. Die zijn kapitaalkrachtiger en kunnen beter hun risico's spreiden door ergens meer of minder voorraad aan te leggen. Als kleiner bedrijf
heb je die kapitaalkracht niet, maar heb je ook vaak minder macht in de supplychain om de juiste keuzes voor een buffer te maken
buiten je eigen organisatiegrenzen. Kleinere bedrijven met minder mensen en een beheerste portfolio, die zijn van nature weer
flexibel vergeleken met grote corporate bedrijven die leveranciers over de hele wereld hebben."

Een buffervoorraad aanleggen of zoeken naar meerdere leveranciers, dat is voor een groter bedrijf makkelijker

Mitchel van den Adel

Balanceren

Voor veel bedrijven is het dan ook balanceren tussen flexibiliteit en efficiëntie. "Je wilt eigenlijk een zo stabiel mogelijke productie draaien", aldus Van den Adel. "Maar dat gaat ten koste van flexibiliteit. Er was een trend van internationalisering en kosten drukken door efficiënte ketens met lagere voorraden en zelfs just-in-time levering. Maar dat zorgde er wel voor dat zodra er iets in de keten uitvalt, het proces meteen grondig is verstoord. Dat heb je gezien bij COVID en andere geopolitieke ontwikkelingen. Maar ook zoiets als cybersecurity zorgt voor verstoringen. Het is als bedrijf niet de vraag óf maar wannéér je wordt gehackt. Als je daar niet over nadenkt, is het einde verhaal voor de kleinere bedrijven. Je hebt een mate van resilience nodig om competitief te blijven." Bedrijven en sectoren verschillen echter nog in hoe ze hiermee omgaan. "In de eerste fase van het project hebben we willen onderzoeken hoe dat komt en ook in de tweede fase doen we dat. Kijkje naar de food-industrie waar wij in zitten, dan zijn de keuzes beperkt. Want het gaat om versproducten en die kun je niet onbeperkt op voorraad
houden. Dan is het interessant om te kijken wat er kan worden verbeterd in de overige eigenschappen zoals flexibiliteit. En hoe
werkt dat dan voor grotere en kleine bedrijven? Daarom is die ontwikkelde scan zo interessant, daarmee krijgen we inzicht in een breder verband. Dat kan uiteindelijk leiden tot een soort gereedschapskist waarmee andere bedrijven geholpen kunnen worden om hun weerbaarheid te verbeteren. Daarnaast geeft het je een goed inzicht hoe je ervoor staat ten opzichte van collega's in het speelveld. Deelnemers aan de scan halen zeker wat op, maar brengen ook wat in." Nanne Schriek, projectmanager Supplychainmanagement bij evofenedex, is een van de andere deelnemers uit het consortium. Ook hij merkt dat bedrijven zoeken naar mogelijkheden om veerkracht te realiseren in de keten. "De ontwikkelde scan is een goede start en deze laten invullen door mensen van meerdere disciplines bij een bedrijf kan goede discussies opleveren. Dat we moeten investeren in wendbaardere en weerbaardere ketens staat buiten kijf. Dit vormt een belangrijk aandachtspunt voor evofenedex de komende jaren, want de volgende verstoring ligt al op de loer".